Appartementsrecht
Onder een appartementsrecht wordt volgens de wet verstaan:
een aandeel (bijvoorbeeld één/achtste) in een
gebouw met toebehoren dat de bevoegdheid geeft tot het
alleengebruik van een bepaald gedeelte van dat gebouw:
een woning of een bedrijfsruimte. Dit aandeel met het daarbij
behorende gebruiksrecht vormt het appartementsrecht. De grootte
van het aandeel is afhankelijk van de grootte van de woning
of bedrijfsruimte.. Alle appartementseigenaars zijn samen eigenaar
van het hele flatgebouw. Een appartementseigenaar mag als mede-eigenaar
alles gebruiken wat in het gebouw tot gezamenlijk gebruik dient
(met zijn ‘ huisgenoten' ), de zogenaamde gemeenschappelijke
ruimten. Het gedeelte waarvan de betreffende eigenaar het uitsluitend
gebruik heeft, wordt veelal aangeduid als privé-gedeelte.
Daar hebben andere bewoners niets mee te maken en (behoudens
hierna te noemen uitzonderingen) ook niets over te zeggen.
In de meeste papieren die men als koper van een appartementsrecht
krijgt, worden altijd wel één of meer bepalingen
van de wettelijke regeling over appartementsrechten vermeld.
Het is dan ook goed om te weten dat deze regeling in de wet
te vinden is in de artikelen 106 tot en met 147 van Boek 5 van
het Burgerlijk Wetboek van Aruba.
Gewoonlijk denkt men bij appartementsrechten (ook wel appartementen,
flatwoningen of flats genoemd) aan grote gebouwen of complexen
van gebouwen, bestaande uit vele woningen en/of bedrijfsruimten.
Maar ook kleinere eenheden kunnen appartementsrechten zijn:
een benedenwoning met één of meer bovenwoningen
of zelfs een aantal vrijstaande woningen, zoals complex woningen
voor ouderen en vakantiewoningen.