De gang
van zaken op de veiling
De opzet
van een veiling is opgebouwd zijn uit twee delen: de veiling
bij opbod en de veiling bij afslag (of: afmijning). Deze
vinden op één dag plaats.
Stap 1:
De veiling bij opbod
Aan het begin van de veiling bij opbod zal de notaris een
korte toelichting geven op het te veilen object en het
verloop van de veiling. Tevens zal hij een gedeelte
voorlezen van de door hem op te maken proces-verbaalakte,
een akte waarin de notaris constateert wat er op de veiling
gebeurt en met name wat er geboden wordt. De notaris
fungeert als een veilingmeester: hij deelt mee wie wat
geboden heeft en probeert de stemming op de veiling op te
vijzelen om zo een zo hoog mogelijk resultaat te bereiken.
De notaris
zal het publiek vragen om een eerste bod te doen aan de hand
van een door de hypotheekhouder vastgestelde inzetprijs. Er
kan nooit lager geboden worden dan de inzetprijs. Is dat
uitgebracht dan zal gevraagd worden een hoger bod uit te
brengen. Achtereenvolgens kunnen er zo – middels hand
opsteken en/of het noemen van een bedrag – hogere biedingen
worden uitgebracht (het zogenaamde ‘opbieden’). Diegene die
het hoogste bod uitbrengt, wordt ook wel de inzetter
genoemd. Zijn bod wordt aangeduid als de ‘inzetsom ‘.Na het
uitbrengen van het hoogste bod (vastgesteld na het
gebruikelijke ‘eenmaal andermaal ‘ en een slag van de hamer
van de notaris) zal de notaris de proces-verbaalakte
aanvullen met de gegevens van de inzetter en de inzetsom.
Stap 2:
De afmijning
Tijdens de tweede veiling zal de notaris een bedrag noemen
dat (ruimschoots) boven de inzetprijs ligt; het zogenaamde
‘aanhangen’. Was bijvoorbeeld de inzetsom Afl. 500.000 dan
zal de prijs, waarop het te veilen object zal worden
‘aangehangen’ misschien Afl. 700.000 bedragen. Deze prijs
wordt vastgesteld door de notaris in overleg met de
opdrachtgever voor de veiling. De notaris zal vervolgens
aftellen met een vast bedrag van bijvoorbeeld Afl. 1.000 of
een veelvoud van dat bedrag, totdat iemand uit het publiek
‘mijn’ roept. Deze procedure wordt ‘afmijnen’ genoemd. Het
luistert natuurlijk heel nauw wanneer u afmijnt. U kunt een
bepaald bedrag in gedachten hebben, waarvoor u het te veilen
object wilt kopen, maar als een ander u net voor is, is hij
de koper of ‘afmijner’. Met name voor onervaren
veilingkopers, kan het afmijnen een zenuwslopende zaak zijn.
Te vroeg afmijnen heeft tot gevolg dat u meer betaalt, dan u
eigenlijk had gewild. En wie te laat afmijnt, vist achter
het spreekwoordelijke net.Bovendien moet er luid en
duidelijk ‘mijn’ geroepen worden. Het simpelweg opsteken van
een hand of ‘ja’ roepen, heeft uitsluitend tot gevolg dat
een andere gegadigde vroegtijdig gealarmeerd wordt en alsnog
‘mijn’ roept.Wie zijn zenuwen wat moeilijk de baas kan, doet
er wellicht verstandig aan de hulp van een derde in te
roepen (bijvoorbeeld een makelaar). Deze kan dan in opdracht
afmijnen. Wordt er niet afgemijnd op een bedrag boven de
inzetsom (in het voorbeeld: niemand is bereid te kopen voor
een prijs boven de Afl. 500.000), dan zal de notaris met een
tik van de hamer en de uitroep ‘slag’ aangeven dat er niet
is afgemijnd. In dat geval zal de inzetter de koper zijn,
mits door de verkoper aan hem wordt gegund (zie hierna
onder: Gunning / akte de command).